dinsdag 7 mei 2013

Lukas 14











"... nood armen, verminkten, kreupelen, blinden." (vers 13)

Oei, wat zegt Jezus nu? Moeten we omzien naar zúlke mensen? 
Wat krijgen we ervoor terug? Niets, zou je denken.

Maar Jezus gaat verder met te zeggen:
"En gij zult zalig zijn, omdat zij niet hebben, om u te vergelden; want het
zal u vergolden worden in de opstanding der rechtvaardigen."
 (vers 14)

God vraagt ons om om te zien naar mensen die ons niets (tastbaars) terug kunnen geven. Hij vraagt ons om ons eigen verlangen naar vergelding opzij
te zetten; belangeloos iets voor een ander te doen. Dit betekent dat we ons nederig/dienstbaar moeten opstellen. We moeten de ander zien door Gods ogen en niet onze eigen ogen. In onze eigen ogen denken we misschien dat wij meer of beter zijn dan de ander, maar in Gods ogen is iedere persoon ontzettend kostbaar. 


Dus vraag je eens af wat jij kunt doen voor een ander, zonder dat je er iets voor terug verwacht. Dat kan best lastig zijn, omdat het voor je gevoel misschien onrechtvaardig is. Maar verplaats je eens in die ander en bedenk hoe waardevol het is als je Gods karakter mag weerspiegelen voor iemand die het waarschijnlijk helemaal niet verwacht. Het is een buitenkans die ik niet langer wil laten liggen, want misschien wil God mij wel gebruiken om Zijn reddingsplan aan die persoon te openbaren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten