Afgelopen maandag ben ik gestart met een Bijbelstudie over Spreuken 31.
(via Good Morning Girls)
Dit hoofdstuk uit de Bijbel staat bekend
omdat het over 'de deugdelijke huisvrouw' gaat.
Bij sommige vrouwen roept dit weerstand op.
Wie kan er nou voldoen aan zo'n perfect beeld?
Maar aan de andere kant staat het natuurlijk niet voor niks in de Bijbel.
In de komende tijd wil ik ontdekken wat God te zeggen heeft door dit hoofdstuk uit de Bijbel en iedere week wil ik hier een stukje schrijven
over wat ik heb geleerd in de afgelopen week.
Afgelopen week heb ik Spreuken 31 vers 1 tot en met 9 bestudeerd.
Hierin lezen we dat koning Lemuël (ik had nog nooit van hem gehoord)
wijze raad krijgt van zijn moeder. Zijn moeder vertelt hem hoe een koning
zich behoort te gedragen. Zo waarschuwt zij hem tegen de gevaren van alcoholische dranken en verleidelijke vrouwen waarmee hij zich beter niet
kan inlaten. Een rechtvaardige koning hoort op te komen voor hen die
dat niet voor zichzelf kunnen en hij moet rechtvaardig oordelen.
De raad die Lemuël's moeder hem geeft, kunnen we veel breder trekken.
Als wij God hebben aangenomen als Heer en Heiland over ons leven,
dan zijn wij kinderen van de allerhoogste koning.
Dus dan is deze wijze raad ook voor ons bedoeld.
Maar dan komt het moeilijke gedeelte...
Als deze raad dus ook voor ons bedoeld is,
dan moeten we er ook naar handelen.
En als ik eerlijk ben, nam ik vaak genoegen met hoe ik was. Ik ging er vanuit dat ik nou eenmaal zo was en dat ik toch niet zou veranderen.
Maar dat is niet wat er in de Bijbel staat! Daar staat dat God het goede werk zal afmaken wat hij in ons begonnen is. (Fillipenzen 1 vers 6)
Dus ik mag erop vertrouwen dat ik zal groeien en een goddelijk karakter kan ontwikkelen mét God's hulp. Daarom heb ik mij voorgenomen om serieus met God's Woord bezig te zijn en het in woord en daad toe te passen in mijn leven. Spreuken 31 lijkt mij daarvoor een mooi begin.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten