Worstenbroodjes

Helaas wordt er in worstenbroodjes meestal varkensvlees gebruikt.

Aangezien wij geen varkensvlees eten,

kunnen we geen worstenbroodjes eten, tenzij we ze zelf maken.

Daarom besloot ik een poging te wagen

en ik moet zeggen dat ik erg tevreden ben over het resultaat.

Je hebt nodig:

- 500 gr rundergehakt
- 300 gr bloem
- 200 ml melk
- 40 gr roomboter
- 15 gr verse gist
- 1 ei- 1 tl suiker
- 1/2 tl zout- 4 el paneelmeel
- kruiden (bv. zout, peper)

Bereiding:
Laat de boter op kamertemperatuur komen.
Snijd de boter in kleine blokjes en doe ze in een kom.
Roer hier het bloem, de suiker, het zout en het gist doorheen.
Voeg beetje bij beetje de melk toe en maak er een mooi deeg van.
Het deeg moet vervolgens ongeveer een kwartiertje rijzen.

Ondertussen kun je mooi de worstjes klaarmaken.
Kruid het gehakt met zout, peper en eventueel andere kruiden.
Klop het ei los in een kommetje.
De helft ervan doe je bij het gehakt. De rest bewaar je voor later.
Doe nu nog het paneermeel bij het gehakt en kneed het door elkaar.
Als het een mooi geheel is, kun je er worstjes van draaien.

Het deeg is nu mooi gerezen. Maak er nu 12 bolletjes van.
Rol deze bolletjes één voor één uit op een bebloemd aanrecht.
Leg het worstje op het deeg en rol het in elkaar.
Zorg ervoor dat het worstje helemaal bedekt is.

Nu moet je de oven voorverwarmen op 200 graden.
Leg de worstenbroodjes op een bakplaat met bakpapier.
Bestrijk de broodjes met het restje losgeklopt ei.
Laat het nog een minuut of 10 rijzen.
Dan zijn ze klaar om de oven in te gaan.
Na ongeveer 20-30 minuutjes zijn de worstenbroodjes klaar.

Tip:
Als de worstenbroodjes zijn afgekoeld, kun je ze invriezen.
Wil je ze daarna weer warm eten, dan kun je ze even in de oven doen.
Ongeveer 10 minuutjes op 100 graden is prima.
Zo worden ze goed warm van binnen, maar branden ze niet aan.